Linguisticator (0): Ik ga Turks leren! Met mijn ruimtelijk geheugen.

Het aardvarken geeft aan: dit is de vleugel van Spaanse werkwoorden op -ar

Het eerste goede voornemen voor 2018 is al binnen: ik ga Turks leren. Daarvoor zal ik een nieuwe techniek gebruiken, die eigenlijk al heel oud is. Maar laat me even vertellen hoe het zo kwam.

In het vliegtuig
Het was in april van dit jaar dat ik voor de VARAgids naar Kiëv vloog om een reportage te maken over het Eurovisie Songfestival dat daar zou plaatsvinden. In het vliegtuig terug naar Amsterdam belandde ik naast een Amerikaan, Ian Ralby. Ralby bleek zo’n globetrotter te zijn die uit zijn koffer leeft: hij reist de wereld over om overheden en organisaties te adviseren op het gebied van recht, veiligheid en internationale verhoudingen. Toen ik vertelde dat ik journalist was, en daarnaast een blog over taal en geschiedenis voerde, begon hij over zijn broer. Die had iets geweldigs bedacht, zei Ralby. Hij had gestudeerd aan topuniversiteiten als Cambridge en Cornell, waar hij zich bekwaamd had in bepaald niet gangbare talen als Oudnoors, Oudengels en Keltisch. Nu leidde hij zijn eigen bedrijf in Cambridge, Groot-Brittannië: Linguisticator. Dat bedrijf had een revolutionaire manier ontwikkeld om vreemde talen te leren, en wel met behulp van het ruimtelijk geheugen. Afijn, ik moest zijn TED-talk maar eens bekijken op YouTube. Die zou aan het eind van de zomer beschikbaar komen.

TED-praatje
Dat deed ik. In het TED-praatje (hier te zien)  legt die andere Ralby, Aaron, uit hoe het zit. Hij vertelt hoe hij zich tijdens zijn studie heeft verbaasd over al die linguïsten die in het verleden – zonder behulp van audiovisuele middelen, laat staan internet – erin slaagden om zich een vreemde taal eigen te maken. Daarvoor moet je immers eerst een gigantisch taalsysteem uit je hoofd leren, met alle bijbehorende woorden en werkwoordsvormen en regels en uitzonderingen. Ralby verwonderde zich ook over Middeleeuwse monniken die de complete Bijbel van buiten kenden. Toen hij las hoe de Duitse kanunnik Hugo van Sint-Victor (ca. 1096–1141) feiten memoriseerde door ze in gedachten op een bepaalde manier in de ruimte te plaatsen, viel het kwartje. Ralby ging hetzelfde doen, maar dan met moderne middelen.

Geheugenpaleis
Nu ontwikkelt hij bij Linguisticator software voor talencursussen. Met het klassieke rijtjesstampen heeft het weinig te maken: alles draait om het inrichten van een zogeheten ‘geheugenpaleis’. Dat is een virtueel gebouw op je beeldscherm, geheel toegespitst op de taal die je aan het leren bent.
Een voorbeeld. Ralby noemt in zijn TED-lezing het geheugenpaleis van het Spaans. Om de verschillende soorten werkwoorden van die taal te kunnen leren, bevindt zich daarin een vleugel voor werkwoorden eindigend op –ar. Denk aan amar, ‘houden van’. Die is op zijn beurt opgedeeld in een aantal secties: één per werkwoordsmodus of –wijs (de onbepaalde wijs is ‘houden van’, de gebiedende wijs is ‘houd van’, etc.). In de sectie aantonende wijs of indicatief (de ‘gewone’ wijs: ‘ik houd van’) bevindt zich dan weer een aantal pilaren. De pilaren achterin zijn bedoeld voor de verleden tijd, die vooraan voor tegenwoordige tijd. Op die voorste plekken wil Ralby aangeven wat Spaans is voor ‘ik houd van’, ‘jij houdt van’ en ‘hij/zij houdt van’. Amo, amas en ama, in dit geval. Om amo aan te geven, met de uitgang –o, kiest hij de afbeelding van een struisvogel, want daarvan begint de Engelse benaming ook met een o: ostrich. Amas krijgt een ezel (ass), ama een aardvarken (aardvark). Zie dit plaatje:

Hangend boven de bewuste pilaar: een aardvarken, een struisvogel en een ezel.

Het idee: doe een stap achteruit en je ziet dankzij die drie dieren in één oogopslag wat de vervoegingen zijn van amar. Bovendien weet je, louter en alleen door de plaats die deze afbeeldingen in het geheugenpaleis innemen, dat het gaat om de tegenwoordige tijd, én om de aantonende wijs, én om een werkwoord uit de groep die eindigt op –ar. Je gebruikt hiervoor je ruimtelijk geheugen, een deel van het brein dat je doorgaans niet aanspreekt als je een vreemde taal leert. Jammer, want het is geweldig effectief, stelt Ralby. We maken er als kleine kinderen instinctief al gebruik van wanneer we leren hoe we naar school moeten lopen. De truc is om het geheugenpaleis zélf in te richten, want elke afbeelding is een ezelsbrug en het succes daarvan is persoonlijk – het werkt niet als een ander voor je beslist.

Turks op proef
Razend interessant, natuurlijk. Dus ik mailde Aaron Ralby, vertelde hem hoezeer hij op zijn broer leek en zei dat ik geïnteresseerd was in zijn techniek. Kon ik haar uitproberen? Geen probleem, schreef hij terug. De timing was perfect, gezien het verschijnen van het TED-filmpje en het feit dat Linguisticator zojuist EU-fondsen had binnengehengeld om de software voor een geheugenpaleis in virtual reality door te ontwikkelen. Alle aandacht is gratis reclame, tenslotte. Ze hadden net een nieuwe module Turks af, compleet met 3D-animaties. Die kon ik doen. Dat leek me een goed idee. Zowel deelnemen aan een zeer interessant taalexperiment als Turks leren, daar kon ik geen nee tegen zeggen. En dus zal ik me de komende maanden op onregelmatige basis als een linguïstische Jan des Bouvrie aan de binnenhuisarchitectuur wagen van mijn eigen geheugenpaleis. Waarvan ik op deze plek verslag uitbreng. En dan zien we wel hoe het met mijn Turks gaat. Voor nu zeg ik alvast tegen mezelf: Başarılar dilerim (veel succes)!

3 Reacties

  1. Erg ingewikkeld, die dierfiguren als “ezelsbrug” om de uitgang -o, -a en as te onthouden. Allereerst zul je toch een reeks werkwoorden en heel veel andere soorten woorden moeten kennen. Een beetje fundamentele grammatica (werkwoorden vervoegen en nog zo wat) lijkt me ook wel handig bij het leren van een nieuwe taal.
    Als ik voor al die nieuwe kennisbrokjes ook nog de bijbehorende “plaatjes”, vertrekken, zuilen ramen of andere symbolen uit het “taalpaleis” moet onthouden, ben ik eigenlijk twee talen tegelijk aan het leren!
    Eén tip die ik zelf vaker heb toegepast bij het aanleren van een nieuwe taal is (naast die beginnersgrammatica): onthoud tegenstellingen of woordparen. Koud-warm, vroeg-laat, ver-dichtbij, snel-langzaam enzovoorts. Je kunt ook bundeltjes onthouden: koud-warm-heet-lauw enz. Deze associatieve koppeling tussen “verwante” woorden werkt volgens mij beter dan de koppeling tussen plaatjes en woorden. Mogelijk wordt deze associatieve methode vaker toegepast in taalonderwijs, maar dat is mij niet bekend.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *