
Uit een gezonken schip bij Texel kwam in 2014 iets wonderlijks tevoorschijn: een jurk uit de zeventiende eeuw. De driedelige documentaireserie De jurk en het scheepswrak, vanaf maandag 3 april te zien, toont hoe de vondst uit het zogeheten Palmhoutwrak leidde tot goudkoorts en geruzie tussen sportduikers, wetenschappers en overheidsinstanties. En van wie is het kledingstuk eigenlijk geweest?
‘Ik weet dat de jongens op een gegeven moment zeiden: doet ‘m ’s an.’ Annet van Boven, lid van Duikclub Texel, herinnert zich de jaarlijkse barbecue van 2014. De duikers waren weer naar het wrak gezwommen voor de zuidoostkust van Texel, niet ver van hun clubhuis in Oudeschild. Het Palmhoutwrak noemden ze het, naar de stammen buxus die ze erop gevonden hadden. Ze waren teruggekomen met iets wat voelde als een stapel natte kranten, maar wat – na voorzichtig uitspoelen met de tuinslang, uitpluizen en openvouwen – een jurk bleek te zijn. Dat was nog eens iets anders dan oude munten of een kanon. Maar ja, wat moest je ermee? Aantrekken, zo werd in alle joligheid geopperd op de barbecue. Van Boven gniffelt als ze eraan terugdenkt. De situatie was er niet naar. ‘Weet je, sta je daar als enige vrouw, moet ik in mijn ondergoed bij dat ding… Dat doe ik niet.’ Met enige spijt: ‘Nu denk ik: ooo… (…) Het hád gekund, weet je.’
Vliegenvanger
Het was bizar geweest als Van Boven zich inderdaad in de jurk had gehesen. Wat ze op die barbecue van de duikclub niet wist – maar wel in de bovenstaande scène, afkomstig uit de nieuwe NTR-documentaireserie De jurk en het scheepswrak – is dat het om een extreem bijzonder stuk stof ging. Een zijden jurk, vrijwel ongeschonden tevoorschijn gekomen uit een zeventiende-eeuws scheepswrak, uit een periode waaruit nauwelijks kleding bewaard is gebleven. De sportduikers beseften niet wat ze in handen hadden. Nou ja, toch een beetje. Ze belden Corina Hordijk, directrice van het Texelse museum Kaap Skil, om te zeggen dat ze haar iets opmerkelijks wilden laten zien. De maker van de documentaireserie, Arnold van Bruggen, vertelt over de telefoon onder welke omstandigheden Hordijk het kledingstuk aantrof. ‘Zij kwam op die barbecue, bij tafels vol mayonaise en ketchup en barbecuesaus en een enorme hoeveelheid vlees. En daarboven hing die jurk. Naast een vliegenvanger.’