Zo leer je zeven talen (lezen) in zeven dagen

Dit Noorse waarschuwingsbord ‘geldt voor heel Spitsbergen’.

‘De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld,’ zei filosoof Ludwig Wittgenstein. Zo bezien belooft het nieuwe boek van Gaston Dorren uw universum ernstig te vergroten: het heet Zeven talen in zeven dagen. Hoe dan?

Gaston Dorren, misschien wel mijn favoriete taalschrijver, kwam vaker aan bod op dit blog. Ik publiceerde al eens een hoofdstuk uit zijn boeken Babel en De Dutchionary en sprak hem over zijn opmars in de Engelstalige wereld. Nu heeft Dorren voor het eerst iets geschreven dat op een leerboek lijkt. In Zeven talen in zeven dagen biedt hij een introductie in het Fries, Deens, Noors, Zweeds, Italiaans, Spaans én Portugees. Een interview.

Zeven talen in zeven dagen: dat klinkt wel héél ambitieus.
Het is onmogelijk om binnen een week een vreemde taal te leren spreken. Maar als je je zeven dagen lang verdiept in de talen die in dit boek staan, dan kom je op het gebied van lezen heel ver. Vooral omdat wij Nederlanders over meer voorkennis beschikken dan we denken. We kennen Nederlands en Engels en hebben op school een beetje Duits en Frans gehad. Dat is een goede basis. Kijk, voordat je perfect Deens of Italiaans kent, ben je vijf jaar verder. Maar – net als op veel andere terreinen – in zo’n eerste week ga je zienderogen vooruit.

Verder lezen →

Ook Dante vond zijn eigen dialect gewoon het mooist

De Italiaanse dichter Dante Alighieri (1265–1321)

Het is zevenhonderd jaar geleden dat Dante Alighieri (1265–1321) overleed. De grote dichter uit Florence staat bekend als de vader van het Italiaans. Voor dialecten had hij geen goed woord over – of toch wel?

In die materie duikt Giuseppe Antonelli voor het Italiaanse dagblad Corriere della Sera. (Oké, eigenlijk schreef Antonelli zijn grappige column afgelopen zomer al, maar ik vind nu pas de tijd om dit vakantiesouvenir op mijn blog te presenteren.) Antonelli, een taalkundige en hoogleraar aan de universiteit van Pavia, werkte zich nog eens door het boek De vulgari eloquentia (vrij vertaald: ‘Over volkse welsprekendheid’), dat Dante aan het begin van de veertiende eeuw schreef. Daarin gaat de dichter op zoek naar het mooiste en ‘meest illustere’ dialect van het Italiaanse schiereiland. Antonelli boort alle spanning alvast de grond in: die zoektocht loopt op niets uit. Immers, volgens Dante is het ideale dialect ‘zoals de welriekende panter, het fabeldier dat beschreven werd in de bestiaria (geschriften met dierenbeschrijvingen, red.) uit die tijd: zijn geur is overal te ruiken, maar in geen enkele stad bevindt zich zijn hol.’

Verder lezen →

Vermoeden bevestigd: het Engels kent geen woord voor ‘inham’ (en het Nederlands niet voor die ene pluk haar)

Wie googelt op de term ‘widow’s peak’, komt onder meer deze foto tegen van de Ierse acteur Colin Farrell

Soms moet een mens zijn website opruimen. Een van de achterstallige klusjes die al tijden op mij liggen te wachten betreft mijn belofte aan jullie, lezers, om op zoek te gaan naar het Engelse woord voor ‘inham’. Die deed ik drie jaar geleden in dit artikel.

Afgelopen augustus – nota bene! – ontving ik een e-mail van een zekere Brenda Butler, die me ertoe aanzette nu toch eindelijk mijn woorden eens na te komen. Brenda was bij toeval op het artikel gestuit (‘onder het opzoeken van een leuk kapsel voor mannen met groter wordende inhammen’) en vroeg zich na lezing eveneens af hoe Engelstaligen die haarloze plekken op het voorhoofd noemen. Ik vermoed dat ze een native speaker is, dus dat zegt wat. Ze schreef dat er wél een uitdrukking bestaat voor een ‘haargrens met een lagere punt voor en terugtrekkende haargrens aan de zijkanten’, en die luidt: widow’s peak. Hetzelfde verschijnsel dus, maar vanuit ander perspectief: niet de inhammen staan centraal, maar de pluk haar er tussenin. Overigens vermoed ik in Brenda een gepassioneerd kapster, want ze voegde er in een zijstraat aan toe dat ‘een opkrullende pluk haar die never nooit plat wil liggen een cow’s lick heet.’ Waarvan akte.

Verder lezen →

Hoe het Duits de taal van de popmuziek werd

Nena had al een wereldhit in het Duits met ’99 Luftballons’ toen ze in 1984
met ’99 red balloons’ kwam. Hierboven: een beeld uit de videoclip.

Wij kennen de Neue Deutsche Welle vooral van Nena en haar wereldhit ‘99 Luftballons’. De muziekstroming begon echter in alternatieve kringen en betekende de doorbraak van het Duits als taal van de popmuziek – in Duitsland, welteverstaan.

Het is eind december 1982 wanneer Peter Schilling de telefoon uit zijn handen laat vallen en het op een huilen zet. Zijn platenmaatschappij belde: het liedje ‘Major Tom (völlig losgelöst)’ heeft de eerste plek in de Duitse hitparade bereikt. Van het dromerig-afstandelijke nummer over een verloren astronaut (‘völlig losgelöst/ von der Erde…’) worden dagelijks 85.000 exemplaren verkocht. De 26-jarige Schilling is in één klap een tieneridool, die in zijn eenkamerwoning in Stuttgart door fans belaagd wordt en die zijn oma van 83 de post laat beantwoorden. Hij maakt een Engelstalige versie van het lied en scoort ook in de VS een hit. Schilling ontvangt felicitaties van wereldsterren als Freddie Mercury en nota bene David Bowie, wiens ‘Space oddity’ hem inspireerde tot het lied over Major Tom. Het succes overweldigt de Duitse muzikant: tegen het einde van het decennium stort hij in, overwerkt, om pas tien jaar later weer op te krabbelen. De Neue Deutsche Welle is dan al lang voorbij.

Verder lezen →

Een Utrechtse notabele en haar Aziatische bediende

Batavia. Gezicht op het stadhuis en de Nieuwe Hollandse Kerk, waar de latere Utrechtse Sara Sibilla Verdion werd gedoopt. Frans Xaver Habermann, c. 1755–1779 (Rijksmuseum)

Slavernij vond plaats in de koloniën en niet hier, zo wordt in Nederland weleens gedacht. Het boek Slavernij en de stad Utrecht laat zien dat de werkelijkheid ingewikkelder in elkaar stak. Zo had Sara Sibilla Verdion uit Utrecht drie uit Azië afkomstige huisgenoten – tegen de wens van de VOC.

Na de Middeleeuwen miste Utrecht de boot, krijgen we geleerd – letterlijk. De ooit zo trotse bisschopsstad moest toezien hoe Amsterdam in de zeventiende eeuw uitgroeide tot een internationaal handelsknooppunt en een metropool van maar liefst 200.000 inwoners. In Utrecht zat geen kamer van de VOC, en dus ging de lucratieve expansie van de compagnie aan haar neus voorbij – al mocht de Domstad wel een bewindhebber benoemen in de kamer Amsterdam. Dat lokale regenten en handelaren uit frustratie plannen smeedden om een eigen kanaal naar de Zuiderzee te graven (die op niets uitdraaiden), is slechts een van de boeiende feiten uit Slavernij en de stad Utrecht.

Verder lezen →

De L in Beieren

Beieren: hoge bergen, kleine l

Op vakantie in Beieren viel het me op: ze zijn er gek op de letter l. Würstl, Häusl, Haserl – het lijkt wel alsof ze er lukraak eentje achter elk Duits woord plakken. Betekent het nog iets? Natuurlijk.

De zuidoostelijk gelegen Freistaat Bayern is de grootste deelstaat van Duitsland. Nederland past er bijna tweemaal in en er lopen zo’n dertien miljoen mensen rond. Beieren was vanaf het jaar 555 een hertogdom, werd eind negentiende eeuw onderdeel van een verenigd Duitsland en mocht zich tot 1918 zelfs een koninkrijk noemen. Zo’n geschiedenis levert geheid een uitgesproken cultuur op. Sterker nog: dankzij Beieren heeft een aantal lokale verschijnselen zich ontwikkeld tot symbolen van heel Duitsland, zoals bier (geen Beierse uitvinding, maar door het Oktoberfest in München wel uitgegroeid tot iets wat als typisch Duits wordt gezien), Lederhosen en de traditionele jurk met het diepe decolleté, de Dirndl. Hé, weer zo’n woord met een l. Ik kom er zo op.

Bairisch
Een ander kenmerk is de eigen taal of dialect. Het Beiers behoort tot de Hoogduitse talen (over de Nederduitse talen, die meer aan het Nederlands verwant zijn, heb ik hier en hier al eens geschreven). In de deelstaat worden drie dialectgroepen onderscheiden: Frankisch in het noorden, Zwabisch in het westen, maar de grootste is de Beiers-Oostenrijkse groep. Dit Bairisch wordt ook in bijna heel Oostenrijk gesproken en in Zuid-Tirol in Italië, dus je kent het misschien wel van je skivakantie. Of anders van het Mia san mia (‘Wij zijn wij’, wij zijn wie we zijn) dat in de shirts van FC Bayern München staat genaaid.

Verder lezen →

Waarom Engelsen en Amerikanen zo’n lage dunk hebben van Dutch

Nieuw Amsterdam ofte nue Nieuw Iorx opt’t Eylant Man. Anonieme kunstenaar, ca. 1660 (Rijksmuseum).
De kust van het eiland Manhattan, gezien vanaf de zee.

De vraag uit de kop krijgt een antwoord in De Dutchionary, het nieuwste boek van Gaston Dorren. De misschien wel leukste taalschrijver van ons land verzamelde uitdrukkingen met het woord ‘Dutch’ erin en ging na hoe ze in de Engelse taal belandden. Drie fragmenten: Dutch bargain, Dutch cheer en natuurlijk double Dutch.

Dutch bargain
Transactie die slechts voor een van beide partijen gunstig is. Mogelijk ligt aan deze uitdrukking, die sinds het midden van de 17e eeuw voorkomt, de Nederlandse koop van Manhattan in 1626 ten grondslag. De kolonisten van Nieuw-Amsterdam betaalden de indianen slechts zestig gulden voor het hele eiland. De indianen hadden daarmee dus een Dutch deal, zo oordeelden de Britten (die zelf, zoals bekend, de indianen altijd volgens de hoogste ethische standaards hebben behandeld). Waarom dat bedrag van zestig gulden helemaal zo gek niet was, legt Russell Shorto uit in zijn lezenswaardige boek over Nieuw-Amsterdam, The island at the center of the world (2004).

Verder lezen →

WeetNieT: Wat betekent wustig?

Een WeetNieT is een onbekend woord uit het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT), het grootste lexicon ter wereld. Wat betekent het?

WUSTIG (bnw.)

a. Wellustig.
‘Graayend, stoempend, wustigh drukte zy haar lijf teegen dat des Markies, vergeetende, dat deeze in den paardenstal nog ‘n merrie had geassisteerd by het werpen eens veulens en redelyk besmeurdt was geraackt.’

b. Woest.
‘Zoo onbesuysdt, onbezonnen, barbaars, ongetemdt, rauw, verwilderdt, onstuymigh en fel kan kleyne Carel zyn.’
– ‘Wustigh?’
‘Neen. Dat niet.’

Verder lezen →

De vertalers: Laurent Binet schrijft een boek nooit in zijn eentje

Laurent Binet (foto: J.F. Paga)

Laurent Binet citeert erop los. Ook in zijn nieuwe roman Beschavingen haalt de Franse schrijver veelvuldig collega’s aan – zelfs in hun eigen stijl. Zijn vertaalster Liesbeth van Nes vindt het enig. ‘Hij kiest een bestaande zin, neemt die bijna letterlijk over, en plakt hem vervolgens in zijn boek. Dan zit hij zich te verkneukelen.’

Laurent Binet brak internationaal door met de bestseller HhhH (2010). In Frankrijk won hij er de Prix Goncourt voor debutanten voor. Ook later werk viel in de prijzen, zoals De zevende functie van taal in 2015 (Prix du roman FNAC, Prix Interallié) en Beschavingen in 2019 (Grand Prix du roman de l’Académie française). Civilizations is de oorspronkelijke titel van die laatste roman, die begin deze maand in het Nederlands verscheen. Liesbeth van Nes (1954) heeft ze allemaal vertaald. ‘Dat is prettig, want je leert zo’n man kennen. Ik weet haarfijn wanneer Binet ironie toepast, wanneer hij met een grijns zit te schrijven, waar hij heen wil.’ En wanneer hij een ander citeert, want het aanhalen van collega-auteurs is typisch voor Binet. ‘Hij doet niet anders. Hij kent zijn klassieken en vindt het geweldig om ermee te spelen. Intertekstualiteit, heet dat.’ Van Nes voegt toe: ‘Ik vind het zelf ook leuk.’

Verder lezen →

Dit is de ‘killer language’ van Afrika: Swahili (2). Bia’tje drinken?

De Darajani-markt in Stone Town, het historische centrum van Zanzibar-Stad. Mchele is Swahili voor rijst.
(Foto: Koen Bostoen.)

Hoe de Oost-Afrikaanse taal Swahili uitgroeide tot een springlevende lingua franca legde Koen Bostoen vorige keer al uit. Nu struint de taalkundige van de universiteit van Gent door grammatica en woordenschat. Waar kun je een bia’tje drinken in een eropleni?  

Wat voor soort taal is het Swahili?
‘Swahili is een zogeheten agglutinerende taal, net als de meeste Bantoetalen, de taalfamilie waartoe het behoort. Dat betekent dat woorden vaak zijn opgebouwd uit woorddelen, met elk een eigen betekenis. ‘Gebonden morfemen’ noemen taalkundigen die. Europese talen gebruiken eerder losse woorden om hetzelfde te zeggen. Daardoor kent het Swahili bijvoorbeeld relatief lange werkwoorden. Ter illustratie: ‘Hij is aan het slapen’ bestaat in het Nederlands uit vijf woorden. In het Swahili zeg je: analala. Die eerste a geeft ‘hij’ of ‘zij’ aan, de derde persoon enkelvoud. Na staat voor de tegenwoordige tijd progressief, die een handeling aangeeft die aan de gang is. Lal is de kern van het werkwoord ‘slapen’. De a achteraan is een standaarduitgang. In de verleden tijd vervang je na door li: alilala, ‘hij sliep’. Ta staat voor de toekomende tijd. ‘Hij zal slapen’: atalala. Maak je er meervoud van – ‘zij zijn aan het slapen’ – dan zeg je in het Swahili: wanalala. Verleden tijd: walilala. Toekomende tijd: watalala. Maak je er een negatieve zin van – ‘hij slaapt niet’ – dan verandert analala in halali. De ha- aan het begin en de -i op het einde zorgen voor de ontkenning.’

Verder lezen →