Volgens sommige historici begon de Tachtigjarige Oorlog pas echt in 1572. Op 1 april van dat jaar boekten de opstandelingen namelijk een bepalende overwinning: de inname van het stadje Den Briel. ‘Op 1 april verloor Alva zijn bril,’ zei men gekscherend – een grap zo matig dat zelfs Guido Weijers hem niet zou kopen.
Wat was er gebeurd? In het voorjaar had de Engelse koningin Elizabeth I haar havens gesloten voor de watergeuzen, de Nederlandse opstandelingen op zee. De admiraal van de geuzenvloot – Willem van der Marck, baron van Lumey – was daarop weggevaren. De wind blies hem echter uit koers en deed de geuzen in de monding van de Maas belanden, niet ver van het plaatsje Den Briel (nu Brielle, in Zuid-Holland). Een van hen, Willem Bloys van Treslong, was een geboren Briellenaar en hij raakte aan de praat – zo gaat het verhaal – met een plaatselijke veerman, Jan Koppelstok. Koppelstok vertelde hem dat zich in de stad geen Spaans garnizoen meer bevond. De watergeuzen roken hun kans. Ze vroegen Koppelstok om naar de burgemeester te gaan en hem te verzoeken zich over te geven. Als blijk van echtheid van het verzoek gaf Bloys de veerman zijn zegelring mee. ‘Ja dikke doei, ik ben je sloofje niet,’ antwoordde Koppelstok. Nee grapje, hij keek nog eens naar die 600 gewapende kleerkasten in hun 26 boten en ging op pad.
De inname
In Den Briel hakte de boodschap erin. De leden van de vroedschap, zoals het stadsbestuur heette, stonden voor een duivels dilemma. Als ze zouden weigeren, zouden de watergeuzen alsnog naar binnen varen en een vreselijke plundering aanrichten. Gingen ze akkoord, dan lag de wraak van de Spanjaarden op de loer. Het is onduidelijk of ze nee zeiden of niets van zich lieten horen, maar op zeker moment duurde het admiraal Lumey te lang. Hij gaf bevel de Noordpoort van de stad in te rammen (‘In naam van Oranje, doe open de poort!’), terwijl schepen onder Bloys naar binnen zeilden via de openstaande Zuidpoort. Er volgde een plundering van katholieke kloosters. De burgemeester van de stad kon alleen maar toekijken hoe de controle hem als zand door de vingers glipte. De beste man heette overigens Koekebakker, wat de toepasselijkste naam uit de Nederlandse geschiedenis mag worden genoemd sinds Bonifatius in 754 bij Dokkum werd vermoord door de Fries Sjochútefterdo (vertaald: ‘Kijkuitachterje’).
Eindelijk weer momentum
De verovering van Den Briel betekende een niet te overschatten doorbraak in de steun voor de Nederlandse Opstand. De rebellen beschikten opeens over een perfecte mariene uitvalsbasis in door Spanje beheerst gebied. In de daaropvolgende maanden schaarde een groot aantal steden zich achter prins Willem van Oranje. Zo zijn mensen. Je wint een keer drie ton met een kraslot en opeens word je gebeld door die collega van toen je nog op zaterdagen op de groenteafdeling van de Albert Heijn werkte om met hem een ‘drankje te doen’ want hij vond jou ‘altijd al de tofste, je weet toch.’ De procedure was als volgt: stadsbestuurders kregen van de overheid een Spaans garnizoen aangeboden ter bescherming tegen de geuzen, maar weigerden om de soldaten toe te laten, omdat de lokale schutterij en het gewone volk tegen Filips II en vóór Oranje was. Of de geuzen hielpen het stadsbestuur een handje, met grof geweld, zoals in Vlissingen. Die belangrijke marinestad koos partij in mei, waardoor de monding van de rivier de Schelde in handen van de opstandelingen belandde. Als eerste grote Hollandse stad draaide ook Gouda, op 25 juni. Aan het eind van die maand was bijna heel Holland pro-Oranje, behalve Amsterdam.
Holland verenigd
De Oranjegezinde steden blaakten van het zelfvertrouwen. In rap tempo organiseerden zij een gezamenlijke bijeenkomst in Dordrecht. Niet geheel toevallig, want ook stadhouder Bossu belegde in juli een vergadering voor de edelen en steden van het gewest Holland. De animo daarvoor was echter flink geslonken, en ook de locatie, Den Haag, zou niet lang meer Spaansgezind blijven. Het was een slag in het gezicht. Als die valse klasgenoot die zegt: ‘Natuurlijk wil ik op je feestje komen, maar toevallig organiseer ik op precies dezelfde dag mijn eigen verjaardagspartij. En o ja: je beste vrienden Max, Aziz en Shanaya komen ook.’
Regering in wording
Deze alternatieve vergadering van de Staten van Holland geldt als een radicale breuk met het verleden. Ze heeft grote invloed gehad op het verloop van de Opstand en de vorming van de latere Republiek der Verenigde Nederlanden. Zo bevestigden de Staten de positie van Willem van Oranje als stadhouder in Holland, Zeeland en Utrecht, hoewel hij bij Margaretha van Parma al zijn ontslagbrief had ingediend. Ook gaven ze hem landvoogdachtige bevoegdheden. Het gezag van Alva erkenden ze niet – al gingen ze niet zover om ook de autoriteit van koning Filips II te weigeren. De Staten van Holland, voorheen een onregelmatig bijeenkomend adviescollege, vormden zich hiermee om tot een regering in wording, die zich bezighield met ordehandhaving, rechtspraak en het organiseren van een oorlog. En dan had Alva in mei ook nog de inning van zijn geliefde Tiende Penning moeten staken, vanwege het massale verzet ertegen. De Spanjaarden hadden behoorlijk pech. Dus dat ze 438 jaar later, in 2010, ten koste van Nederland de WK-finale zouden winnen, daar konden ze even helemaal niets mee.
Verder naar 1572 (2)
Terug naar 1571
1 reactie