Een voorloper van het Nedersaksisch werd ooit van Twente tot aan Litouwen gesproken. Dit Middelnederduits dankte zijn opkomst aan de Hanze, een machtig samenwerkingsverband van kooplieden uit de Middeleeuwen. Totdat de taal werd afgedankt. ‘De snelheid waarmee de steden dat deden, is verbluffend.’
Dat er grote overeenkomsten bestaan tussen het Middelnederduits of Plattdeutsch en Nederlandse dialecten, weten we. Maar hoe werd die taal zo machtig? Om dat te begrijpen, moeten we naar Lübeck. De stad, in het noorden van Duitsland, werd in 1143 gesticht. Lokale handelaren kregen met haar haven aan de Oostzee toegang tot afzetmarkten in West-Europa en Noord-Rusland. Al snel ontdekten ze dat ze hun commercie konden beschermen en uitbouwen door samen te werken. Dit samenwerkingsverband – dat geen officiële stichtingsdatum kent – groeide in de daarop volgende eeuwen uit tot de zogeheten Hanze: een machtige, internationale organisatie die niet alleen voordelig kon inkopen, maar ook prijzen bepaalde, soms een monopoliepositie afdwong en zelfs oorlog voerde. De Hanze strekte zich op haar hoogtepunt uit van Londen en Brugge in het westen tot Novgorod in Rusland. In Nederland zijn onder meer Groningen, Kampen en Venlo voormalige Hanzesteden.
Verder lezen →