De vraag uit de kop krijgt een antwoord in De Dutchionary, het nieuwste boek van Gaston Dorren. De misschien wel leukste taalschrijver van ons land verzamelde uitdrukkingen met het woord ‘Dutch’ erin en ging na hoe ze in de Engelse taal belandden. Drie fragmenten: Dutch bargain, Dutch cheer en natuurlijk double Dutch.
Dutch bargain
Transactie die slechts voor een van beide partijen gunstig is. Mogelijk ligt aan deze uitdrukking, die sinds het midden van de 17e eeuw voorkomt, de Nederlandse koop van Manhattan in 1626 ten grondslag. De kolonisten van Nieuw-Amsterdam betaalden de indianen slechts zestig gulden voor het hele eiland. De indianen hadden daarmee dus een Dutch deal, zo oordeelden de Britten (die zelf, zoals bekend, de indianen altijd volgens de hoogste ethische standaards hebben behandeld). Waarom dat bedrag van zestig gulden helemaal zo gek niet was, legt Russell Shorto uit in zijn lezenswaardige boek over Nieuw-Amsterdam, The island at the center of the world (2004).
Sinds jaar en dag vermelden woordenboeken daarnaast dat een Dutch bargain tevens hetzelfde zou zijn als een wet bargain: een dronkenmanstransactie, een koop of verkoop gesloten onder invloed van alcohol. Steevast wordt dan toneelschrijver Thomas Otway aangehaald, in wiens Friendship in fashion (1678) deze dialoog voorkomt:
Camilla: ‘Jullie kunnen maar beter voorzichtig zijn, zodat je niet in de val trapt en spijt krijgt van de aankoop als het te laat is.’
Victoria: ‘Ik verafschuw een Dutch bargain, aangegaan als men verhit is door wijn, want de liefde die hij opwekt is doorgaans net als de moed [courage – een toespeling op Dutch courage] die hij geeft: geweldig, maar van zeer korte duur.’
In feite heeft Victoria dus gewoon een hekel aan nadelige deals (I hate a Dutch bargain…), en noemt ze de wijn enkel als mogelijke oorzaak van zulke domme besluiten (…that’s made in heat of wine). Ik betwijfel daarom of Dutch bargain werkelijk ooit ‘dronkenmansaankoop’ heeft betekend. Wel is het zeker waar dat Dutch in meerdere uitdrukkingen naar overmatig drankgebruik verwijst.
Dutch cheer
Sterke drank als bron van vrolijkheid. Citaat: ‘Ze wisten een beetje Russische wodka naar binnen te krijgen, maar pas op 30 augustus konden ze weer echte Dutch cheer ervaren.’ Uit: The polar voyagers (1976) van de Canadese schrijver Frank Rasky, over de reizen van Willem Barentsz in de jaren 1590. In diens tijd bestond de uitdrukking zeker nog niet. De oorspronkelijk Britse term sluit aan bij het oude Engelse vooroordeel dat de Nederlanders ergere drinkebroers zouden zijn dan zijzelf (zie ook onder as drunk as a Dutchman). In de 21e eeuw is die gedachte in strijd met de statistieken, en wellicht ook al eerder als we Daniel Defoe mogen geloven. Hij schreef in 1701: ‘An Englishman will fairly drink as much / As will maintain two families of Dutch.’
Double Dutch
Koeterwaals, onbegrijpelijke taal. Deze uitdrukking, een van de bekendste en meest gebruikte uit de hele lijst, is in de 19e eeuw ontstaan in de vs, maar al heel snel in het VK overgenomen. Engelstalige Amerikanen konden geen chocola maken van het Duits van de immigranten, dus als iemand onverstaanbaar sprak in welke taal dan ook, noemden ze dat Dutch (Dutch talk, to talk Dutch) of High Dutch. Later werd dat uitgebreid tot double Dutch, ongetwijfeld omdat dat de boodschap versterkt én lekker allitereert (vergelijk damn Dutchman). Wil je je nog sterker uitdrukken en heb je even de tijd, dan is de uitdrukking double Dutch backwards on a Sunday beschikbaar. Overigens worden ook taalspelletjes als Pig Latin, waarbij Engels onverstaanbaar wordt gemaakt door elk woord volgens vaste regels te transformeren, wel als double Dutch aangeduid.
Een heel andere betekenis is die van ‘touwtjespringen met twee touwen die in tegengestelde richting draaien’. Dit behendigheidsspel voor gevorderden was lange tijd vooral populair onder zwarte meisjes in de stad New York. Volgens sommigen zou de naam teruggaan tot de tijd van Nieuw-Amsterdam, al lijkt me dat onwaarschijnlijk. Inmiddels wordt het spel, of de sport, al geruime tijd wereldwijd beoefend, door kinderen en volwassenen van beiderlei kunne en elke tint van de huidkleurenwaaier.
Een derde betekenis van double Dutch is het gebruik van dubbele bescherming bij een vrijpartij: condoom én pil. Daarbij dient het condoom vooral om besmetting met een soa te voorkomen. Deze variant van de uitdrukking is in Nederland ontstaan en heeft zich vandaar over de Engelstalige wereld verspreid. De oorsprong ligt in de jaren tachtig, toen seksuele voorlichters vanwege de aidsepidemie deze dubbele bescherming begonnen aan te raden.
Double Dutch, en dan vooral in de eerste betekenis, is zo’n bekend begrip geworden dat er eindeloos bands, albums, liedjes, romans, bedrijven en andere zaken naar zijn genoemd. In plaats van die op te sommen, citeer ik hier liever een tekst van Elvis Costello, uit een liedje dat ‘New Amsterdam’ heet: ‘I speak double Dutch to a real double duchess.’ Mooi toch? Luister anders even.
De Dutchionary van Gaston Dorren is op 10 september verschenen bij Uitgeverij Pluim.
Dutch nightingales (kikkers), Dutch uncle (ruw, onbehouwen persoon), Dutch feast (feest waarbij de gastheer eerder dronken is dan zijn gasten), Dutch courage (‘Jenevermoed’, moed verkregen door alcohol drinken), Dutch consolation of comfort (een schrale troost), Dutch concert (concert waarbij allen tegelijk verschillende melodieën zingen of spelen. Als er alleen wordt gezongen heet dat een Dutch medley), That beats the Dutch (dat overtreft alles), He can talk double Dutch backwards on a Sunday (Hij is heel knap in talen), Dutch auction (verkoping bij afslag).
Alles uit Barentz: ‘Woordenboek der Engelsche Spreektaal’ (Amsterdam, z.j. [1895]).