In het fantastische Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT), het grootste lexicon ter wereld), vond ik dit woord. Je raadt nooit wat het betekent.
AANBAFFEN (ww) bafte aan, heeft aangebaft.
a. Een baf of bef aanbrengen bij een rechter in toga. ‘Daar verscheen juist op tijd de dienstmeid, om meester Schimmelpenninck aan te baffen.’
b. In de richting naar een voorwerp baffen of blaffen, door blaffen bedreigen. ‘Hij werd aangebaft door eenen grooten bulhond.’
c. Alvast een begin maken met de anilingus. ‘Hij sloeg met zijn grote, zware handen op zijn knieën en kwam overeind uit de zetel. “Zo,” sprak hij, “ik hoor het al: tijd om aan te baffen.”’
d. Een klap geven (naar het geluid dat een klap voortbrengt). ‘De landloper werd door brigadier Blok stevig aangebaft.’
e. Weet niet.
Klik hier voor het antwoord.