Soms moet een mens zijn website opruimen. Een van de achterstallige klusjes die al tijden op mij liggen te wachten betreft mijn belofte aan jullie, lezers, om op zoek te gaan naar het Engelse woord voor ‘inham’. Die deed ik drie jaar geleden in dit artikel.
Afgelopen augustus – nota bene! – ontving ik een e-mail van een zekere Brenda Butler, die me ertoe aanzette nu toch eindelijk mijn woorden eens na te komen. Brenda was bij toeval op het artikel gestuit (‘onder het opzoeken van een leuk kapsel voor mannen met groter wordende inhammen’) en vroeg zich na lezing eveneens af hoe Engelstaligen die haarloze plekken op het voorhoofd noemen. Ik vermoed dat ze een native speaker is, dus dat zegt wat. Ze schreef dat er wél een uitdrukking bestaat voor een ‘haargrens met een lagere punt voor en terugtrekkende haargrens aan de zijkanten’, en die luidt: widow’s peak. Hetzelfde verschijnsel dus, maar vanuit ander perspectief: niet de inhammen staan centraal, maar de pluk haar er tussenin. Overigens vermoed ik in Brenda een gepassioneerd kapster, want ze voegde er in een zijstraat aan toe dat ‘een opkrullende pluk haar die never nooit plat wil liggen een cow’s lick heet.’ Waarvan akte.
Weduwenpiek
Van die koeienlik wil ik nog even terug naar de weduwenpiek. Direct na publicatie van mijn stuk uit 2018 hadden enkele lezers de widow’s peak al geopperd. Bedankt, Ron Santing, Yvette Hoitink en Robbert ter Hart. Roy_D maakte via Twitter melding van temporal, maar alles wat ik daarover kan vinden, heeft met de slapen te maken, en die liggen toch lager op het hoofd en meer naar de zijkant. Ook na een beroep gedaan te hebben op jullie kennis lijkt het er dus op dat het Engels inderdaad geen term voor ‘inham’ heeft. En het Nederlands niet voor widow’s peak – touché! Ik beloofde destijds om binnengekomen suggesties voor te leggen aan The Cambridge Anglo-Dutch Society, maar in plaats daarvan heb ik me tot een andere autoriteit gewend. Ik stuurde een mailtje naar vertaler Sjaak Commandeur, die ik eerder interviewde over zijn bewerking van Thomas Wolfes Look homeward, angel naar Daal neder, engel (Van Oorschot, 2018).
Context
En ja: ook Commandeur houdt het op widow’s peak, luidt het antwoord. Grappig genoeg heeft hij de term niet leren kennen vanuit de ‘inham’-route, maar als een stuk Engels dat juist niet te vertalen valt naar het Nederlands. Hij schrijft: ‘Salman Rushdie gebruikt de term in The Satanic Verses (De duivelsverzen, red.) bij de beschrijving van een van zijn hoofdpersonen, Gibreel: “His pronounced widow’s peak and crowblack hair.” Marijke Emeis vertaalde: “Zijn uitgesproken V-vormige haarinplant en ravezwarte haar.”’ Een ingenieuze oplossing van collega Emeis, vindt Commandeur, ‘al is het eerder een parafrase dan een equivalente vertaling.’ Misschien zou recess nog in aanmerking komen, oppert hij, maar tegelijkertijd vraagt hij zich af hoe Engelstaligen daarover zouden denken. Nou, dat heb ik gecheckt, en het woord lijkt niet specifiek genoeg. Een Britse vriend, die arts is, appte terug: ‘There are lots of recesses. What’s the context?’
Denotatie, connotatie
Commandeur deelt verderop in zijn e-mail een nuttige basisles vertalen uit. De kern daarvan vormen de begrippen denotatie en connotatie. Als klassiek voorbeeld noemt hij de woorden ‘Avondster’ en ‘Morgenster’. Ze verwijzen allebei naar hetzelfde ding: de planeet Venus. Hun denotatie is daarmee identiek. Hun connotatie echter – de manier waarop ze verwijzen – is dat niet. Commandeur: ‘Wie een woord onvertaalbaar noemt, doelt haast altijd op die connotatie.’ Ik verbaasde me in mijn artikel over de afwezigheid van een Engels woord voor ‘inham’, maar daar denkt Commandeur anders over. ‘Dat is nou net iets wat elke vertaler, ongeacht uit of in welke taal hij vertaalt en ongeacht of die talen groot of klein zijn, dagelijks ondervindt.’ Zo werkt het nu eenmaal, met talen.
Tegenhangers
Toch komt ook Commandeur woorden tegen in het Nederlands waarvoor het Engels geen goede tegenhanger kent. Jullie, lezers, hebben me er ook een aantal gestuurd, als reactie op mijn artikel. ‘Lanterfanten’, mailde Suzanne Hendriks bijvoorbeeld. ‘Nuchter’, schreef Mirjam de Graaf, alias @Tekstkok. Vertaalster Marjan Boos kwam met ‘polderen’. Robbert ter Hart noemde onder meer ‘gedogen’, ‘gunnen’, ‘lustrum’ en ‘klunen’. Zo kent Commandeur er ook nog wel een paar: ‘Dat het Engels in zijn woordenschat niet zoiets heeft als “Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen” zal geen bevreemding wekken, maar wel dat hetzelfde geldt voor ‘kraamvrouw’, ‘gezin’, ‘mens’, ‘afbericht’, ‘zwijgen’, ‘meevallen’, ‘afleren’ en ‘spreekuur’. En de Engelse eilandbewoners hebben toch waarachtig wel ervaring met wind en water, maar hun taal kent geen equivalent voor ‘waaien’ en ‘varen’.’ Waarop hij verwijst naar dit puike artikel dat taaljournalist Gaston Dorren in 2014 hierover schreef voor tijdschrift Onze Taal (leestip!).
Anders nog iets?
Zo, dat ruimt lekker op. Uiteraard houd ik me altijd aanbevolen voor nog meer onvertaalbare woorden in het Engels, of in een andere vreemde taal. Ik beloof dat ik zal proberen om daar vóór 2024 op te reageren.
Ik vind het een enig stuk, puik werk Roger!
Soms is er wel degelijk een goed vertaalwoord beschikbaar, maar is het de vertaler die de mist ingaat. Leuk voorbeeld is hoe ‘that shade of purple in artichoke hearts’ door Sjaak Commandeur vertaald werd als ‘een kleur paars als van een hartpatiënt’. (Humboldt’s Gift – Saul Bellow)
Herstel! In mijn berichtje van 14 januari heb ik een vertaalblunder toegeschreven aan Sjaak Commandeur. Hem treft echter geen blaam; de vertaalfout staat in een eerdere vertaling van Humboldt’s Gift en komt voor rekening van Wim Gijsen. Excuus voor mijn onzorgvuldigheid.