Donald Trump, een New Yorker, komt niet uit Nieuw-Amsterdam

New York werd gesticht door Nederlanders. Om die reden loopt de diepe kloof die de VS verdeelt al vier eeuwen tussen Boston en het voormalige Nieuw-Amsterdam, betoogt de Amerikaanse historicus Russell Shorto in zijn nieuwe boek. En: waarom Trump het opnam tegen een inheems volk.

‘Het is dinsdag 26 augustus 1664, een nazomerdag in een toch al druk jaar voor een zekere Richard Nicolls. Hij staat op het dek van een houten schip dat door het weidse amfitheater van een haven met ruisende bomen glijdt. Hij staat voor een dilemma. Enerzijds is hij precies waar hij wil zijn: vlak bij de kust van Long Island, tegenover zijn bestemming. Zijn probleem: hij is alleen. Hij heeft maar één schip, dat langzaam de elegante waterpartij binnenvaart, die weldra vijandelijk gebied zal zijn.’

Zo begint Russell Shorto zijn boeken het liefst: midden in de handeling, de situatie geschetst, in beeldende taal. Daarna verlaat hij de scène en duikt in de historische context, vol kleurrijke figuren en voorgeschiedenissen, om er pas later naar terug te keren. Zo deed de Amerikaanse historicus en journalist het in zijn bestseller Nieuw-Amsterdam. De oorsprong van New York (oorspronkelijke titel: The island at the center of the world, 2004). En zo doet hij het weer – zoals het bovenstaande citaat laat zien – in het vervolg, dat afgelopen maart uitkwam: De geboorte van New York (of Taking Manhattan. The extraordinary events that created New York and shaped America).

The New Amsterdam Project
Opnieuw vertelt Shorto het verhaal van New York, toen het nog een Nederlandse nederzetting was op het eiland Manhattan. Nieuw-Amsterdam is zijn grote thema, mogen we gerust stellen: al decennia laat hij zien hoe bepalend deze periode is geweest voor de VS. Shorto is directeur van het door hem opgerichte The New Amsterdam Project, onderdeel van het museum The New York Historical, en is verbonden aan het New Netherland Institute. Hij publiceert regelmatig in het magazine van The New York Times. Zijn werk steunt op de nog altijd lopende vertaling van het archief van de voormalige provincie Nieuw-Nederland, waarvan Nieuw-Amsterdam de belangrijkste nederzetting was. Dat omvat een collectie van tienduizenden pagina’s, met de hand geschreven, in zeventiende-eeuws Nederlands. Geen paniek: we beperken ons tot twee alinea’s, in hedendaagse taal.

Manna-hata
Op een Nederlands schip van de VOC voer Henry Hudson in 1609 een Noord-Amerikaanse baai binnen, aan de monding van de rivier die nu zijn naam draagt. ‘Een zeer goede haven bij elke wind,’ merkte een medeopvarende op over het diepe, brede water voor ‘Manna-hata’ – een woord uit de taal van de inheemse Lenape-indianen, dat ‘heuvelachtig eiland’ betekent. Vijf jaar later verschenen de eerste handelsposten. Peter Minuit, een commandant van de West-Indische Compagnie (WIC), verkreeg in 1626 vermoedelijk van de Lenape het recht om het land van het huidige Manhattan net als zij te gebruiken en zich daar te vestigen. Van een aankoop was nooit sprake, al presenteerden de Nederlanders deze schriftelijke overeenkomst wel zo, vooral aan hun Europese concurrenten.

De nederzetting Nieuw-Amsterdam kende een brede weg die van de zuidpunt van Manhattan naar het noorden liep (het latere Broadway) en een wal ter verdediging van west naar oost (Wall Street). Maar vooral groeide ze uit tot een knooppunt in een mondiaal handelsnetwerk. Nieuw-Amsterdam was economisch gezien zo succesvol dat de Engelse koning in 1664 vier fregatten op weg stuurde – drie andere schepen zouden Nicolls in de baai vergezellen – om het in te nemen. De missie slaagde. De gevolgen legt de auteur van De geboorte van New York telefonisch uit, tijdens zijn promotietour in Nederland.

Russell Shorto (Bron: Deonté Lee/BFA.com/Shutterstock)

Meneer Shorto, als de Nederlandse oorsprong van New York zo belangrijk is, waarom weet bijna geen enkele Amerikaan dat?
Toen de Engelsen Nieuw-Amsterdam overnamen, dachten ze er niet meer aan om het verhaal op te tekenen van wat eraan voorafging. Dat verhaal was ook niet eenvoudig. De geschiedenis van New York is altijd verwarrend, omdat ze niet eenduidig is. In Nieuw-Amsterdam werden bijvoorbeeld negentien talen gesproken, terwijl er maar 1500 mensen woonden. De geschiedenis van de Engelse kolonie Massachusetts Bay, met Boston, was overzichtelijker. Daar heersten de puriteinen, strenge calvinisten. Hun verhaal – van de Pilgrim Fathers en Thanksgiving – werd het nationale oerverhaal.

Wat was er zo bijzonder aan Nieuw-Amsterdam?
De Nederlanders brachten twee dingen mee. Ten eerste: tolerantie, en daarmee een multi-etnische gemeenschap. Ten tweede: de bouwstenen van het kapitalisme. Nieuw-Amsterdam leek op een stadje uit het Wilde Westen, het was een primitieve plek. Maar de inwoners hadden inspraak in het bestuur. En vooral waren ze kooplieden, die handelden met Zuid-Amerika, de Caraïben, Europa en West-Afrika. Ze creëerden een model dat de Engelsen jaloers maakte. Het was zo bijzonder dat Richard Nicolls het niet wilde vernietigen.

Richard Nicolls is de hoofdpersoon in Shorto’s nieuwste boek. Hij vertegenwoordigde de Engelse koning Karel II, de eerste koning op de troon na de Engelse Burgeroorlog (1642–1651). Diens regering markeerde het einde van een korte republiek, waarin puriteinen de macht hadden. Nicolls kreeg de opdracht de door puriteinen beheerste kolonie Massachusetts Bay tot gehoorzaamheid te dwingen – en daarnaast Nieuw-Amsterdam onder Engelse controle te brengen, zodat de hele noordoostkust voortaan aan Londen toebehoorde. Zijn tegenstrever heette Peter Stuyvesant, een man met een houten been die namens de WIC als directeur-generaal Nieuw-Nederland bestuurde – een gebied dat geheel of gedeeltelijk de huidige staten New York, New Jersey, Connecticut, Pennsylvania en Delaware omvatte.

De kern van De geboorte van New York vormen de twee weken waarin Nicolls met zijn schepen voor Manhattan ligt. Hij is gekomen om het eiland – waarvan de verdedigingswerken in slechte staat zijn – met geweld in te nemen. Maar dat gebeurt niet. In plaats daarvan begint Nicolls een correspondentie. In roeibootjes worden brieven heen en weer gestuurd, tot hij en Stuyvesant het over iets heel anders eens worden: een akkoord. ‘Een fusie noem ik het,’ zegt Shorto. ‘Nieuw-Amsterdam gaat naar de Engelsen, maar de Nederlandse kenmerken blijven.’

Toen de WIC geld nodig had, gaf ze Stuyvesant opdracht een ‘experiment met een lading negers’ te doen

U stelt dat de vreedzame onderhandelingen een bijzonderheid waren. Maar dit soort diplomatie bestond toch al? In 1648 werden in Münster en Osnabrück de Vrede van Westfalen gesloten, die zowel de Dertigjarige Oorlog als onze Tachtigjarige Oorlog beëindigde.
Die vrede werd gesloten door officiële vertegenwoordigers van staten. Hier spreken we over twee mannen die zich een oceaan ver weg van hun thuisland bevinden. Wat bijzonder was, is dat ze uitkwamen op het idee van een fusie – iets wat hun niet was opgedragen, en wat ook nooit zou zijn goedgekeurd. Om de Nederlanders in West-Afrika te raken, liet koning Karel II zijn kapitein Richard Holmes daar huishouden als een beest. Nicolls zag echter in dat hij de inwoners van Nieuw-Amsterdam moest sparen, omdat hij hen nodig had – zij maakten de plek bijzonder. Ook Stuyvesant waardeerde het potentieel van zijn kolonie. Hij had de Compagnie herhaaldelijk om versterking gevraagd.

Waarom wilde de WIC Nieuw-Amsterdam niet beter verdedigen?
Ze richtte zich op andere gebieden. Daar had ze het handelsmonopolie en verdiende ze meer. Het gaat erom, dat de WIC dat monopolie in Nieuw-Amsterdam had opgegeven in 1640, omdat ze ontevreden was over de opbrengsten. Pas daarna kwam de handel echt op gang. Amsterdamse kooplieden stuurden hun zonen naar Manhattan om er nieuwe bedrijven te starten. Toen Stuyvesant begreep wat er gaande was, veranderde hij van een strenge bestuurder in een bemiddelaar tussen de WIC en de lokale gemeenschap. De WIC zag die nieuwe opbrengsten niet en wilde geen extra geld investeren. Het was ook een vergissing van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Die had moeten zien dat er iets bijzonders gebeurde aan de overkant van de oceaan.

Zoals u al zei, is de New Yorkse geschiedenis niet eenduidig. In Nieuw-Amsterdam had men enerzijds vriendschappelijke relaties met de inheemse bevolking, maar er waren ook gewelddadige conflicten – en de Europese aanwezigheid is voor die volken uiteindelijk rampzalig geweest.
Beide perspectieven kloppen. De Nederlanders kwamen naar Manhattan om handel te drijven, niet om te moorden. Ze ruilden bont voor Europese goederen. Maar later verdreven ze de indianen. De machtsverhoudingen waren veranderd – vooral door ziektes die ze uit Europa hadden meegebracht, waartegen de inheemse bevolking geen weerstand had. Sommige wetenschappers schatten dat binnen enkele generaties na aankomst van de Europeanen nog maar tien procent van de oorspronkelijke bevolking van beide Amerika’s over was.

Als het over slavernij gaat, is het beeld net zo dubbelzinnig. In Nieuw-Amsterdam leefden zwarte mensen die soms vrij waren en land bezaten, maar Stuyvesant was ook degene die begon met de slavenhandel.
Het ligt allemaal ingewikkelder dan je zou willen. De eerste Afrikanen kwamen per ongeluk in Manhattan terecht. Ze zaten op een Portugees schip in de Caraïben, dat door Nederlanders was buitgemaakt. Die stuurden hen naar Nieuw-Amsterdam, waar ze in dienst kwamen van de West-Indische Compagnie. Het werd ingewikkelder toen sommige slaven hun vrijheid vroegen – en kregen. Later, toen de Compagnie geld nodig had, gaf ze Stuyvesant opdracht ‘een experiment met een lading negers’ uit te voeren. De eerste 290 Afrikaanse mannen, vrouwen en kinderen arriveerden twee weken vóór Nicolls’ komst in de haven van Manhattan. New York werd een belangrijk centrum van de slavenhandel. En de waarheid is: de Nederlanders zijn ermee begonnen.

Uw boek biedt een inkijkje in het ontstaan van New York, maar u beweert dat het verhaal voor de VS nationaal relevant is. Hoe bedoelt u dat?
In zekere zin zie ik de VS als verdeeld tussen Boston en New York. Dat begon met Massachusetts Bay en Nieuw-Amsterdam. Boston was het centrum van de puriteinen: religieus, monocultureel, onverdraagzaam. New York werd gesticht door kooplieden: pluralistisch, multicultureel, tolerant. Die tegenstellingen zie je vandaag nog steeds. In de cultuurstrijd van de VS vertegenwoordigt Boston – niet letterlijk, de stad is tegenwoordig heel anders – het witte, christelijke Amerika. New York staat voor een diverse samenleving. En die twee polen botsen. In de Amerikaanse Burgeroorlog ging het niet alleen om slavernij, maar ook om het model van de zuidelijke plantages versus het noordelijke kapitalisme. In de jaren zestig hadden we opnieuw een burgerrechtenbeweging. En in 2016 koos het land Trump, een man die zich opstelde als een vijand van New York. Die tegenstelling is fundamenteel.

Donald Trump, op dit moment de bekendste New Yorker ter wereld, noemt u twee keer in uw boek. De eerste keer in verband met de Ramapough Lenape, afstammelingen van het inheemse volk dat de Nederlanders had toegestaan Manhattan samen te gebruiken.
Ik heb enige tijd doorgebracht met Vincent Mann, een leider van de Ramapough Lenape, en zijn vrouw. Ze wonen in de bergen in het noorden van de staat New Jersey, vanwaar je de skyline van Manhattan kunt zien. Mann gaf me een krachtige, ontroerende samenvatting van de geschiedenis van zijn volk en zijn omgang met de Nederlanders, de Britten en de Amerikanen. In 1990 vroegen de Ramapough Lenape federale erkenning aan als inheems volk. Donald Trump, toen nog ondernemer en nog geen president van de Verenigde Staten, werkte hen tegen. Die erkenning zou de Ramapough Lenape namelijk het recht geven om casino’s te openen — en die zouden concurreren met de casino’s die Trump bezat in Atlantic City. Tot op de dag van vandaag worden de Ramapough Lenape alleen erkend door de staat New Jersey.

Of Donald Trump een stukje Nieuw-Amsterdam in zich draagt? Ik zie het niet

De tweede keer schrijft u dat hetzelfde denken dat slavernij rechtvaardigde, en het vrouwenkiesrecht bestreed, de afgelopen jaren Donald Trump op het schild heeft gehesen. Hoe bedoelt u dat?
Die stroming is nationalistisch, uitermate moralistisch en benadrukt de christelijke oorsprong van het land: God staat aan onze kant, en daarom mogen we dit continent veroveren. De andere stroming gaat terug op Nieuw Amsterdam. Die draait om gematigdheid, pragmatisme, pluralisme. Uit de strijd tussen deze twee ideologieën komt volgens mij de verdeeldheid in het huidige Amerika voort. Of het een religieuze kracht is die Trump op het schild heeft gehesen, valt buiten mijn vakgebied.

De ironie is dus dat een bijna archetypische New Yorker als Donald Trump niets opheeft met de ideeën die kenmerkend zijn voor zijn stad. Zit er dan geen enkel stukje Nieuw Amsterdam in Trump?
We moeten onderscheid maken tussen Donald Trump en de beweging die achter hem staat. Die heeft nu de controle overgenomen en vertegenwoordigt hoe veel Amerikanen over hun land denken. In de negentiende eeuw noemden we dat ‘Manifest Destiny’ (het idee dat de VS een uitzonderlijke natie is, wier invloed zich over de wereld moet verspreiden, red.). Daar zie ik parallellen met het Boston uit de tijd van Richard Nicolls. Of Donald Trump een stukje Nieuw-Amsterdam in zich draagt? Ik zie het niet.

Dit artikel verscheen eerder in Die WELT. Het Duitstalige origineel kun je hier vinden

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *