Orhan Pamuk in zijn werkkamer in Istanbul, 2004 (Foto: Eric Bouvet/Getty Images)
Ook in zijn nieuwste roman brengt de Turkse schrijver Orhan Pamuk (1952) het Oosten en het Westen samen. Geen wonder, zegt vertaalster Hanneke van der Heijden: die twee werelden zijn helemaal niet zo gescheiden.
Nee, naar Turkije is ze niet met vakantie geweest dit jaar. Vertaalster Hanneke van der Heijden heeft voor De vrouw met het rode haar – de nieuwste roman van Orhan Pamuk, die op 21 september verschijnt bij De Bezige Bij – haar oor dus niet persoonlijk te luisteren gelegd bij vrienden of bekenden in Istanbul. Ze vertaalde het boek Verder lezen →
Pablo Escobar (Wagner Moura) op zijn landgoed met Gustavo Gaviria (Juan Pablo Raba).
Bij de start van het derde seizoen van Narcos – op Netflix, op 1 september – werpen we een blik op het taalgebruik van Colombiaanse drugsbaronnen. Pablo Escobar is niet meer, maar met behulp van citaten uit eerdere seizoenen componeerden we de volgende dialoog.
For old times’ sake (hoe zeg je dát eigenlijk in het Spaans?) gaan we terug naar Hacienda Nápoles, Escobars landgoed in de jungle van Colombia, compleet met dierentuin, kartbaan en vliegveld. De narcotraficante krijgt bezoek van zijn socio, zakenpartner Carlos Lehder.
Carlos Lehder: Pablo, flikker. Pablo, maricón.
Pablo Escobar, vanuit een tuinstoel:
Carlos, klootzak. Ga zitten. Carlos, pendejo. Siéntate.
Een WeetNieT is een onbekend woord uit het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT), het grootste lexicon ter wereld. Wat betekent het?
SCHAMPELJOEN (znw.)
a. Steenhouwersbeitel.
Naar het Italiaanse scarpello. ‘Marmer? Om jouw schampeljoen op stuk te slaan? Ga eerst maar eens een modelletje van papier-maché maken van die David van jou, en dan zien we wel weer verder. Ja dááág, Michelangelo.’
b. Heel veel geld.
‘Schat! Moet je zien! We hebben een cheque gewonnen van dried… derti… vijf komma… van een paar schampeljoen euro!’ Verder lezen →
By the lake festival, Berlijn, 2016. Op 13 augustus vindt de volgende editie plaats.
In de derde en laatste aflevering over vakantietalen: het Duits. Want met Duitsers praat je gewoon Duits en geen Engels, gesnopen? De taal lijkt ontzettend veel op het Nederlands, en daarom moet je heel precies zijn, juist op valse vrienden. Na elk woord Jaaa! roepen is niet genoeg. Auf geht’s!
In onze zomerserie over bedrieglijke woorden uit een groot vakantieland reizen we af naar Zuid-Afrika. Het Afrikaans is nauw verwant aan het Nederlands, maar juist daarom ligt een vergissing al gauw op de loer. Hé gezellig, een suiping!
De zomervakantie is dé periode om vreemde talen daadwerkelijk in den vreemde te oefenen. Dat kan lastig zijn, omdat sommige buitenlandse woorden er Nederlands uitzien, maar stiekem iets heel anders betekenen. De komende weken waarschuwen we je voor deze valse vrienden uit een taal van een groot vakantieland. Vandaag: het Frans. Allez-y!
Je hebt hem al duizend keer gehoord, maar toch kun je de Puerto Ricaanse zomerhit ‘Despacito’ niet meezingen. Jammer, want het nummer klapt bijna uit elkaar van de snoeihete zinnen.
Eerst een paar feiten. ‘Despacito’, van Luis Fonsi en Daddy Yankee, is volgens Spotify wereldwijd de meest gedraaide plaat van het moment, met 6,5 miljoen streams per dag. De clip (zie boven) is op YouTube inmiddels 2,2 miljard keer bekeken. Het Spaanstalige reggaeton-nummer is in Latijns-Amerika al sinds de release in januari populair, maar een remix met Justin Bieber van afgelopen april heeft voor de definitieve doorbraak gezorgd. In de VS staat ‘Despacito’ al zeven weken bovenaan de hitlijsten – als eerste Spaanstalige nummer sinds ‘Macarena’ in 1996. De Nederlandse Top 40 is ook al sinds begin mei om. En op de rest van de planeet is het niet veel anders. Sommigen zijn de plaat zelfs al lang beu (hoewel ze zich er niet tegen kunnen verzetten, zoals deze grappenmakers uit Italië).
Maar waar gaat het nou eigenlijk over, Thé?
Inderdaad, waar gáát dat ‘Despacito’ eigenlijk over? Verder lezen →
Fjodor Dostojevski draagt een nieuwe jas, genaaid door Arthur Langeveld. Ook in diens moderne vertaling is Dostojevski’s taal kleurrijk, en zijn werk verre van slordig. ‘Hij gaf zijn personages heel bewust eigenaardigheden mee in het taalgebruik en vergiste zich daar nooit in.’
Zestig jaar oud is het Nederlands van de Russische Bibliotheek, maar daar ligt niet de reden voor de nieuwe vertaling, zegt slavist Langeveld. ‘Het is de manier van werken. Destijds bestond het internet nog niet, woordenboeken had je nauwelijks, en er liepen in Nederland maar een paar Russen rond aan wie de vertalers iets konden vragen. Bovendien werden ze schandalig slecht betaald en moest alles heel snel af.’ Tegenwoordig is het beter geregeld. Voor een herzien eerste deel van het verzameld werk van Fjodor Dostojevski (1821–1881) riep uitgeverij Van Oorschot de hulp van Langeveld in, naast Madeleine Mes en Gerard Cruys. Geen verrassing, beaamt de gepensioneerde universitair docent, die in 2006 de Martinus Nijhoffprijs kreeg voor zijn oeuvre als vertaler. ‘Dostojevski is mijn core business.’
Ton Heuvelmans vertaalde De jagers, de debuutroman van James Salter. Subtiel laat hij het Groningse platteland doorklinken in het Korea van de jaren vijftig. ‘Zo’n zon vind je terug op schilderijen van De Ploeg.’
De tijd dat hij fulltime Engels doceerde in Haren, een klein half uur rijden van huis, ligt ver achter hem. Tegenwoordig reserveert Ton Heuvelmans (72) alleen de ochtend nog voor werk. Als vertaler doet hij doorgaans drie bladzijden per dag – tenzij het een thriller is, dan haalt hij er wel zes. In het Groningse dorpje waar hij woont heeft Heuvelmans zich de afgelopen maanden over James Salters debuutroman The hunters gebogen, uit 1956. Als De jagers verschijnt het deze maand bij uitgeverij De Bezige Bij voor het eerst in het Nederlands.
De thematiek uit het boek kon niet verder verwijderd zijn van Heuvelmans’ dagelijkse leven. Salter liet zich inspireren door zijn ervaringen als gevechtspiloot tijdens de Koreaanse Oorlog (1950–1953). Als twintigerVerder lezen →