Een Utrechtse notabele en haar Aziatische bediende

Batavia. Gezicht op het stadhuis en de Nieuwe Hollandse Kerk, waar de latere Utrechtse Sara Sibilla Verdion werd gedoopt. Frans Xaver Habermann, c. 1755–1779 (Rijksmuseum)

Slavernij vond plaats in de koloniën en niet hier, zo wordt in Nederland weleens gedacht. Het boek Slavernij en de stad Utrecht laat zien dat de werkelijkheid ingewikkelder in elkaar stak. Zo had Sara Sibilla Verdion uit Utrecht drie uit Azië afkomstige huisgenoten – tegen de wens van de VOC.

Na de Middeleeuwen miste Utrecht de boot, krijgen we geleerd – letterlijk. De ooit zo trotse bisschopsstad moest toezien hoe Amsterdam in de zeventiende eeuw uitgroeide tot een internationaal handelsknooppunt en een metropool van maar liefst 200.000 inwoners. In Utrecht zat geen kamer van de VOC, en dus ging de lucratieve expansie van de compagnie aan haar neus voorbij – al mocht de Domstad wel een bewindhebber benoemen in de kamer Amsterdam. Dat lokale regenten en handelaren uit frustratie plannen smeedden om een eigen kanaal naar de Zuiderzee te graven (die op niets uitdraaiden), is slechts een van de boeiende feiten uit Slavernij en de stad Utrecht.

Verder lezen →

De L in Beieren

Beieren: hoge bergen, kleine l

Op vakantie in Beieren viel het me op: ze zijn er gek op de letter l. Würstl, Häusl, Haserl – het lijkt wel alsof ze er lukraak eentje achter elk Duits woord plakken. Betekent het nog iets? Natuurlijk.

De zuidoostelijk gelegen Freistaat Bayern is de grootste deelstaat van Duitsland. Nederland past er bijna tweemaal in en er lopen zo’n dertien miljoen mensen rond. Beieren was vanaf het jaar 555 een hertogdom, werd eind negentiende eeuw onderdeel van een verenigd Duitsland en mocht zich tot 1918 zelfs een koninkrijk noemen. Zo’n geschiedenis levert geheid een uitgesproken cultuur op. Sterker nog: dankzij Beieren heeft een aantal lokale verschijnselen zich ontwikkeld tot symbolen van heel Duitsland, zoals bier (geen Beierse uitvinding, maar door het Oktoberfest in München wel uitgegroeid tot iets wat als typisch Duits wordt gezien), Lederhosen en de traditionele jurk met het diepe decolleté, de Dirndl. Hé, weer zo’n woord met een l. Ik kom er zo op.

Bairisch
Een ander kenmerk is de eigen taal of dialect. Het Beiers behoort tot de Hoogduitse talen (over de Nederduitse talen, die meer aan het Nederlands verwant zijn, heb ik hier en hier al eens geschreven). In de deelstaat worden drie dialectgroepen onderscheiden: Frankisch in het noorden, Zwabisch in het westen, maar de grootste is de Beiers-Oostenrijkse groep. Dit Bairisch wordt ook in bijna heel Oostenrijk gesproken en in Zuid-Tirol in Italië, dus je kent het misschien wel van je skivakantie. Of anders van het Mia san mia (‘Wij zijn wij’, wij zijn wie we zijn) dat in de shirts van FC Bayern München staat genaaid.

Verder lezen →

Waarom Engelsen en Amerikanen zo’n lage dunk hebben van Dutch

Nieuw Amsterdam ofte nue Nieuw Iorx opt’t Eylant Man. Anonieme kunstenaar, ca. 1660 (Rijksmuseum).
De kust van het eiland Manhattan, gezien vanaf de zee.

De vraag uit de kop krijgt een antwoord in De Dutchionary, het nieuwste boek van Gaston Dorren. De misschien wel leukste taalschrijver van ons land verzamelde uitdrukkingen met het woord ‘Dutch’ erin en ging na hoe ze in de Engelse taal belandden. Drie fragmenten: Dutch bargain, Dutch cheer en natuurlijk double Dutch.

Dutch bargain
Transactie die slechts voor een van beide partijen gunstig is. Mogelijk ligt aan deze uitdrukking, die sinds het midden van de 17e eeuw voorkomt, de Nederlandse koop van Manhattan in 1626 ten grondslag. De kolonisten van Nieuw-Amsterdam betaalden de indianen slechts zestig gulden voor het hele eiland. De indianen hadden daarmee dus een Dutch deal, zo oordeelden de Britten (die zelf, zoals bekend, de indianen altijd volgens de hoogste ethische standaards hebben behandeld). Waarom dat bedrag van zestig gulden helemaal zo gek niet was, legt Russell Shorto uit in zijn lezenswaardige boek over Nieuw-Amsterdam, The island at the center of the world (2004).

Verder lezen →

WeetNieT: Wat betekent wustig?

Een WeetNieT is een onbekend woord uit het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT), het grootste lexicon ter wereld. Wat betekent het?

WUSTIG (bnw.)

a. Wellustig.
‘Graayend, stoempend, wustigh drukte zy haar lijf teegen dat des Markies, vergeetende, dat deeze in den paardenstal nog ‘n merrie had geassisteerd by het werpen eens veulens en redelyk besmeurdt was geraackt.’

b. Woest.
‘Zoo onbesuysdt, onbezonnen, barbaars, ongetemdt, rauw, verwilderdt, onstuymigh en fel kan kleyne Carel zyn.’
– ‘Wustigh?’
‘Neen. Dat niet.’

Verder lezen →

De vertalers: Laurent Binet schrijft een boek nooit in zijn eentje

Laurent Binet (foto: J.F. Paga)

Laurent Binet citeert erop los. Ook in zijn nieuwe roman Beschavingen haalt de Franse schrijver veelvuldig collega’s aan – zelfs in hun eigen stijl. Zijn vertaalster Liesbeth van Nes vindt het enig. ‘Hij kiest een bestaande zin, neemt die bijna letterlijk over, en plakt hem vervolgens in zijn boek. Dan zit hij zich te verkneukelen.’

Laurent Binet brak internationaal door met de bestseller HhhH (2010). In Frankrijk won hij er de Prix Goncourt voor debutanten voor. Ook later werk viel in de prijzen, zoals De zevende functie van taal in 2015 (Prix du roman FNAC, Prix Interallié) en Beschavingen in 2019 (Grand Prix du roman de l’Académie française). Civilizations is de oorspronkelijke titel van die laatste roman, die begin deze maand in het Nederlands verscheen. Liesbeth van Nes (1954) heeft ze allemaal vertaald. ‘Dat is prettig, want je leert zo’n man kennen. Ik weet haarfijn wanneer Binet ironie toepast, wanneer hij met een grijns zit te schrijven, waar hij heen wil.’ En wanneer hij een ander citeert, want het aanhalen van collega-auteurs is typisch voor Binet. ‘Hij doet niet anders. Hij kent zijn klassieken en vindt het geweldig om ermee te spelen. Intertekstualiteit, heet dat.’ Van Nes voegt toe: ‘Ik vind het zelf ook leuk.’

Verder lezen →

Dit is de ‘killer language’ van Afrika: Swahili (2). Bia’tje drinken?

De Darajani-markt in Stone Town, het historische centrum van Zanzibar-Stad. Mchele is Swahili voor rijst.
(Foto: Koen Bostoen.)

Hoe de Oost-Afrikaanse taal Swahili uitgroeide tot een springlevende lingua franca legde Koen Bostoen vorige keer al uit. Nu struint de taalkundige van de universiteit van Gent door grammatica en woordenschat. Waar kun je een bia’tje drinken in een eropleni?  

Wat voor soort taal is het Swahili?
‘Swahili is een zogeheten agglutinerende taal, net als de meeste Bantoetalen, de taalfamilie waartoe het behoort. Dat betekent dat woorden vaak zijn opgebouwd uit woorddelen, met elk een eigen betekenis. ‘Gebonden morfemen’ noemen taalkundigen die. Europese talen gebruiken eerder losse woorden om hetzelfde te zeggen. Daardoor kent het Swahili bijvoorbeeld relatief lange werkwoorden. Ter illustratie: ‘Hij is aan het slapen’ bestaat in het Nederlands uit vijf woorden. In het Swahili zeg je: analala. Die eerste a geeft ‘hij’ of ‘zij’ aan, de derde persoon enkelvoud. Na staat voor de tegenwoordige tijd progressief, die een handeling aangeeft die aan de gang is. Lal is de kern van het werkwoord ‘slapen’. De a achteraan is een standaarduitgang. In de verleden tijd vervang je na door li: alilala, ‘hij sliep’. Ta staat voor de toekomende tijd. ‘Hij zal slapen’: atalala. Maak je er meervoud van – ‘zij zijn aan het slapen’ – dan zeg je in het Swahili: wanalala. Verleden tijd: walilala. Toekomende tijd: watalala. Maak je er een negatieve zin van – ‘hij slaapt niet’ – dan verandert analala in halali. De ha- aan het begin en de -i op het einde zorgen voor de ontkenning.’

Verder lezen →

Dit is de ‘killer language’ van Afrika: Swahili (1)

De haven van Zanzibar-Stad, de hoofdstad van het eiland Zanzibar, onderdeel van Tanzania

Op Zanzibar, een eiland voor de kust van Tanzania, wordt Swahili gesproken. Ach wat zielig, een Afrikaans taaltje dat wordt weggedrukt door Engels of Frans? Niets daarvan. Koen Bostoen, professor Afrikaanse taalkunde en Swahili aan de universiteit van Gent: ‘Swahili is een killer language.’

Waar moeten we Swahili van kennen?
‘Swahili is een van de belangrijkste talen van Afrika. Het is ook een van de grootste – naast Arabisch, dat vooral in noordelijk Afrika gesproken wordt, en Hausa in West-Afrika. Ongetwijfeld is het de grootste Bantoetaal, wat sprekers betreft en verspreidingsgebied. Ook vermoed ik dat Swahili wereldwijd de meest onderwezen Afrikaanse taal is aan universiteiten, en zeker in Europa, zoals in Leiden, of bij ons in Gent. Áls er een Afrikaanse taal gedoceerd wordt, dan meestal Swahili.’

Met het Swahili is iets bijzonders aan de hand. De taal kent 100 à 150 miljoen sprekers, maar slechts 5 miljoen daarvan zijn moedertaalsprekers. Hoe kan dat?
‘Het is niet zo gemakkelijk om die twee soorten sprekers van elkaar te onderscheiden. Vandaag de dag leren steeds meer kinderen Swahili als eerste taal, ook in gebieden waar het historisch gezien niet gesproken werd. Makkelijker is het om onderscheid te maken tussen het oorsprongsgebied van de taal en regio’s waar ze zich later verspreidde.’

Verder lezen →

Verbluffend boek over de Azteken (2): Een ijsje van de top van de vulkaan

De ontmoeting van Uey-Tlatoáni Motecuzóma (l) en de Spaanse veroveraar Hernán Cortés in de Azteekse hoofdstad Tenochtítlan. Litografie uit 1892.

Gary Jennings schreef een geweldige historische roman: Aztec. Dit is het laatste deel van de samenvatting, die eindigt wanneer de Azteken opeens een stel rare buitenlanders voor hun kusten zien opdoemen. Spoiler: de Spanjaarden winnen.

Maar eerst blijven we nog even in Tenochtítlan, de hoofdstad. Het is een welhaast magische plek: gelegen op een eiland, vol technisch vernuft, een etalage van de Azteekse cultuur. In het vorige artikel heb je al kennis kunnen maken met Mixtli, het hoofdpersonage van Aztec. Zijn levensverhaal is de rode draad van de roman. Mixtli, een jonge Azteek van simpele komaf die een belangrijke positie zal bekleden in het Azteekse Rijk, levert een uitgebreide beschrijving van de metropool Tenochtítlan.  

Venetië van het westelijk halfrond
Tenochtítlan telt rond het jaar 1500 zo’n 200.000 inwoners. Daarmee geldt ze als een van de grootste steden van haar tijd, waarmee in Europa alleen Parijs, Venetië en Constantinopel kunnen wedijveren. Op de markt van Tlaltelólco, bezocht door zo’n 40.000 mensen, komen goederen uit alle uithoeken van het rijk samen. In de roman valt een prachtige scène te lezen waarin Mixtli’s vader op de markt een ijsje voor hem koopt, voor het forse bedrag van twintig cacaobonen, een dagloon voor een arbeider. Het ijsje bestaat uit vruchtensiroop, gegoten over een bolletje sneeuw dat in een blad gewikkeld is. De sneeuw is die nacht door een reeks koeriers te voet van de top van de vulkaan Popocatépetl (‘rokende berg’ in het Nahuatl, de taal van de Azteken: popoca (roken) + tepetl (berg, heuvel)) gehaald en doorgegeven, om in de vroege ochtend in Tlaltelólco te worden verkocht.

Verder lezen →

Verbluffend boek over de Azteken (1): Waarom Mexico eigenlijk Mesjiko heet

De Grote Tempel in de Azteekse hoofdstad Tenochtítlan, zoals voorgesteld in de nieuwe dramaserie Hernán (2019) van Amazon Prime

Tijdens mijn reis door Mexico vroeg ik me af: zou er een historische roman bestaan over de Azteken, met veel aandacht voor hun taal? Ja, die bestaat. En hij is verbluffend.

Afgelopen zomer toerde ik vijf weken door Mexico. Daar moest natuurlijk een stukje voor dit blog uit voortkomen – maar waarover? Taal? Of geschiedenis? Over beide, zo zou blijken. Aan het einde van mijn reis, terug in Mexico-Stad, raakte ik opnieuw gefascineerd door de Azteken. Dat verdwenen volk had op deze plek zijn hoofdstad Tenochtítlan gehad, een stedenbouwkundig wonder vol enorme tempels en het hoogtepunt van een eeuwenoude cultuur, maar was in de zestiende eeuw door de Spanjaarden overmeesterd. Zou er een roman bestaan die me meer kon vertellen over die periode, vroeg ik me af. Op zoek in het online-winkeltje van mijn e-reader stuitte ik op een boek uit 1980: Aztec. Geschreven door ene Gary Jennings. Zeer lovend besproken door onder meer The New York Times. Het werd mijn ontdekking van het jaar.

Verder lezen →

WeetNieT: Wat betekent omsijfelen?

Een WeetNieT is een onbekend woord uit het Woordenboek der Nederlandse Taal (WNT), het grootste lexicon ter wereld. Wat betekent het?

OMSIJFELEN (ww.)

a. Rondkruipen, met een sissend of piepend geluid. Vaak van slangen gezegd. Klemtoon op ‘om’.
‘Een hevige schrik beving hem, toen hij eene slang zag, die daar bij de wieg van het kind omsijfelde.’

b. Iets om iemand heen draperen. Klemtoon op ‘om’.
‘Daer ontwaerde ik den koopman, die, ongekleed uit het bosschage komende, men ras met een tapir-vel omsijfelde.’

Verder lezen →