David Peterson vertaalt voor Game of Thrones dialogen naar het Dothraki en het Valyriaans. Daar wilde ik meer over weten. Een exclusief interview met de man die de kunsttalen zowat in zijn eentje bedacht.
Zeven jaar geleden was de Amerikaan David Peterson (1981) nog gewoon een werkloze ex-student met een bul in Engels en taalkunde – van de universiteit van Berkeley, dat dan weer wel. Toen betaalkanaal HBO een competitie uitschreef in het verzinnen van een opzet voor het Dothraki, een fictieve taal uit de fantasyboeken Het lied van ijs en vuur van George R. R. Martin, veranderde zijn leven. Peterson ging twaalf tot veertien uur per dag aan de slag en leverde twee maanden later driehonderd pagina’s in aan grammatica, vocabulaire en uitspraakregels (vol sterke vondsten: zo bedacht hij dat de taal van Khal Drogo’s woeste ruitervolk geen woord kent voor ‘bedankt’). Mede dankzij de samenvatting van één pagina werd hij uitverkoren. Sindsdien is Peterson de vaste taaladviseur van hitserie Game of Thrones.
Wat heb je voor seizoen zes geproduceerd?
Wat nieuw Valyriaans, maar vooral een verpletterende hoeveelheid Dothraki. Dit seizoen bevat veel meer Dothraki dan eerdere seizoenen, al vanaf aflevering één. Voor aflevering vier, waarin de verhaallijn van Daenaerys in de weduwenstad Vaes Dothrak eindigt, moest ik 88 zinnen vertalen. Dat was meer dan in welke andere aflevering dan ook. Meestal waren het er 6 tot 10.
Is dat makkelijk voor jou? Je hebt de talen tenslotte zelf bedacht.
Het is vertaalwerk. Het is alsof je op school een beetje Frans hebt gehad en nu een heel artikel naar het Frans moet gaan vertalen. Aan de andere kant: de grammatica is klaar, en ik kan anticiperen op hetgeen de makers nodig hebben.
Hoe weet je dan waarop je moet anticiperen?
In het begin omdat ik de boeken kende. Nu de serie verder is, moet ik inspelen op wat de personages gaan doen. Dan weet je ook welke gesprekken ze gaan voeren. Ik wist aan het eind van vorig seizoen dat Daenerys door de Dothraki zou worden meegenomen, dus raadde ik wat ze met hen zou kunnen gaan bespreken.
Hoe lang heb je aan dit seizoen gewerkt?
Een paar weken. Het gaat zo: medio juli krijg ik een berg scripts, en dan heb ik een hele tijd om te vertalen, want in september en oktober beginnen ze pas met filmen. Aangezien ik alle afleveringen in één keer krijg, begin ik met waar ik zin in heb.
Heb je nog andere talen ontwikkeld voor de serie?
Het teleurstellende nieuws dat ik een paar weken geleden kreeg, is dat de taal die ik speciaal voor de Kinderen van het Woud heb ontwikkeld, is geschrapt. In aflevering vijf heb je die scène waarin Bran ontsnapt uit de boom waarin hij zat. Daar heb ik zeventien zinnen voor vertaald. Uiteindelijk hebben de makers van de serie toch besloten om de Kinderen alleen Engels te laten spreken. Jammer. Ik weet niet waarom. Misschien hadden de acteurs er geen zin in, of was de scène zo hectisch, dat ze de aandacht van de kijker niet naar de ondertitels wilden laten gaan.
Klopt het dat je de vertalingen zelf inspreekt, zodat de acteurs je kunnen nadoen op de set?
Absoluut. Elke afzonderlijke zin. Als ik acteur zou zijn, zou ik ook graag willen dat iemand het voor me insprak. Tijdens het opnemen moet ik alles precies zo zeggen zoals het personage het zou doen. Dan acteer ik, met emotie. Voor de camera zeggen de acteurs de zinnen na – al maken ze meestal alleen bewegingen met hun mond, en spreken ze pas achteraf in. Jason Momoa (die Khal Drogo speelde, red.) noemt zichzelf een ‘fucking master’ op dit gebied. Emilia Clarke (alias Daenerys) spreekt volgens mij ook achteraf in. Dan hebben we het dus over Dothraki. Ik heb voor seizoen zes veel nieuwe woorden voor het Dothraki bedacht.
Welke, bijvoorbeeld?
Wat ik doe, is door de scripts lopen en woorden zoeken die ik niet herken uit eerdere seizoenen. Zo stuitte ik op het woord ‘diluted’ – Engels voor ‘verdund’. Daar heb ik het woord ayyozat voor gebruikt. Dat betekent ‘verdunnen’, en is de zogeheten causatief – de vorm die een resultaat aangeeft – van yozat: ‘bewolkt zijn’. Dat wordt gezegd van water als het troebel is, of modderig. De stam van dat woord is yoz, en ik heb die stam gebruikt om een nieuw woord te vormen dat ik nodig had voor mijn vertaling. Zo kwam ik tot het equivalent van ‘verdund’ in de zin: ‘Ze vinden dat het bloed niet verdund zou moeten worden.’
Wauw! Nog een.
Ik had zowaar geen woord voor ‘rib’. Daarom nam ik een woordstam, serj-, die ik ooit gebruikt had voor het Dothraki-woord voor ‘vest’: serja. Ik gebruikte hem om een woord te scheppen voor ‘rib’: serji. Mijn redenatie daarbij was dat ‘rib’ een vroegere term kon zijn, waaruit later het woord voor ‘vest’ is voortgekomen, als een kledingstuk bedoeld om de ribben te bedekken.
Het klinkt als geweldig leuk werk.
Dat is het ook. Op mensen die niet taalgericht zijn, kan het ingewikkeld of intimiderend overkomen. Maar ik verzin niet in één keer een taal. Ik verzin een beetje, en dan nog een beetje. Subsystemen, een voor een. En op het eind? Dan heb je één grote taal.
Lees ook: De talenknobbel van Game of Thrones (1)
Dit artikel verscheen eerder in de VARAgids en op DeLagarde.nl.
1 reactie